Wettelijke schuldvergelijking
Wettelijke schuldvergelijking heeft van rechtswege plaats, zelfs zonder dat de schuldenaars het weten (Art. 1290 B.W.), al is het niet van openbare orde en kunnen partijen er contractueel van afwijken.
Al de zekerheden en intresten worden betrokken in de schuldvergelijking en gaan dus verloren.
De toepassingsvoorwaarden voor wettelijke schuldvergelijking zijn:
- De onderlinge vorderingen en schulden moeten bestaan tussen dezelfde personen318 die zich in eigen naam hebben verbonden. De vorderingen mogen perfect een andere oorzaak, aard, zekerheid, ... hebben.
- Het moet gaan om geld319 of om vervangbare zaken van dezelfde soort (Art. 1291 B.W.).
- De schulden en vorderingen moeten effen zijn. Dat wil zeggen dat ze niet betwist worden en bepaald (althans bepaalbaar) zijn.
- De schulden moeten opeisbaar zijn. Komen dus niet in aanmerking: schulden onder termijn, schulden onder voorwaarde, natuurlijke verbintenissen en in beslag genomen schuldvorderingen.
- Er zijn verschillende uitzonderingen op de wettelijke schuldvergelijking.
Art. 1293 B.W.:
- De vordering tot teruggave van een wederrechtelijk ontnomen zaak kan niet gecompenseerd worden met een schuld tegenover de eigenaar
- De vordering tot teruggave van wat in bewaring of in bruikleen werd gegeven, kan niet gecompenseerd worden met een schuld321.
- Diegene die moet instaan betalen voor levensonderhoud, kan schuldvergelijking zelf niet
inroepen322. Een schuld tot levensonderhoud is immers niet vatbaar wettelijke schuldvergelijking. - Hetzelfde geldt voor andere schulden die nooit vatbaar zijn voor beslag.
Art. 1298 B.W.:
- schuldvergelijking mag geen afbreuk doen aan de rechten van derden
Goederen waarop door derden werd beslag gelegd, komen niet in aanmerking. - In uitbreiding hiervan komt geen enkel geval in aanmerking waar een schuldeiser in samenloop zou komen met andere schuldeisers én die samenloop al bestond voordat schuldvergelijking overwogen werd. Anders zou die schuldeiser immers bevoordeeld worden.
- De belangrijkste toepassing is het faillissementsrecht, dat stelt dat schuldvergelijking niet
meer kan ingeroepen worden ingeval van een faillissement323. - De Staat is in principe één rechtspersoon, maar schuldvergelijking is maar mogelijk als het om eenzelfde ministerieel departement gaat.
- Soms wordt schuldvergelijking niet aanvaard bij belastingen of sociale zekerheid