Werking van contractuele verbintenissen
Partijen
Partij vs. Derde
- Volstrekt derden (Penitus extranei)
- Derden die geheel vreemd zijn aan het contract
- Partijen
Algemene rechtsopvolging
- Geen opvolging bij:
- Andersluidend beding
- Overeenkomst intuitu personae
- Rechtsopvolgers:
- Aanvaardende erfgenaam
- Wettelijk aangeduide erfgenaam (vb: kind)
- Algemene legataris
- Legataris die volledige erfenis krijgt (vb: lievelingsverpleegster)
- Legataris onder algemene titel
- Legataris die aansprakelijk is voor de schulden
- Geen rechtsopvolger:
- Legataris onder bijzondere titel
- Legataris die niet aansprakelijk is voor de schulden
- Bij rechtspersonen, in de vorm van fusie of splitsing
Vertegenwoordiging
- Het stellen van een rechtshandeling in naam van en voor rekening van een ander krachtens en binnen de perken van de door de vertegenwoordigde verleende vertegenwoordigingsbevoegdheid
- Op grond van:
- Overeenkomst
- Wet
- Rechterlijke uitspraak
- Stel: A is vertegenwoordiger van B en sluit een contract met C:
- Er ontstaat een rechtstreeks contract tussen B en C
Precontractuele fout door vertegenwoordiger
- HvC: Vertegenwoordigde is verantwoordelijk voor zover de fouten onlosmakelijk met de rechtshandeling verbonden zijn
Onmiddellijke of rechtstreekse vertegenwoordiging
- A handelt in naam en voor rekening van B
Middellijke of onrechtstreekse vertegenwoordiging
- A handelt in zijn eigen naam maar voor rekening van B
- Commissieovereenkomst: A zegt aan derde-medecontractant dat hij voor andermans rekening optreedt, maar maakt de identiteit van de opdrachtgever niet bekend.
- B = Commitent
- A = Commissionair
- Naamleningsovereenkomst: A doet alsof hij in eigen naam en voor eigen rekening handelt, maar is eigenlijk vertegenwoordiger van B.
- A = Naamlener
Schijnvertegenwoordiging
- De gevolgen van een handeling van een persoon (schijnlasthebber) kunnen aan een ander (schijnlastgever) worden toegerekend indien:
- Een persoon schijnbaar vertegenwoordigd is
- Een derde er rechtmatig of gerechtvaardigd kon op vertrouwen dat de schijnvertegenwoordiger werkelijke vertegenwoordigingsbevoegdheid had
- De schijn aan de schijnvertegenwoordigde toerekenbaar is
Aansprakelijkheid vertegenwoordiger tov vertegenwoordigde
- Indien de vertegenwoordiger zijn opdracht niet in overeenstemming met de overeenkomst heeft uitgevoerd, kan hij voor de daardoor veroorzaakte schade door zijn opdrachtgever contractueel aansprakelijk worden gesteld
- ARB: Vertegenwoordiger mag niet als tegenpartij van de vertegenwoordigde optreden -> nietig
Contractstoetreding
- Na het sluiten van een overeenkomst er alsnog tot toetreden.
- Enkel indien de overeenkomst daarin voorziet
- Overeenkomst wordt op die manier een meerpartijenovereenkomst
- Gevolgen tussen partijen (aanvulling of matiging van wilsverklaring)
Interpretatie
- Werkelijke wil primeert op geuite wil
- Twee grenzen op interpretatievrijheid vd rechter:
- Wettelijke bewijswaarde vd bewijzen respecteren
- Bewijskracht vd akte niet schenden
- Indien de bedoeling niet uit de aan de akte intrinsieke (de akte zelf) en extrinsieke (briefwisseling, precontractuele documenten,…) elementen kan worden achterhaald, schrijft het BW een aantal subsidiaire vermoedens voor. Dit zijn bindende rechtsregels. De regels zijn te vinden in de artt. 1157 – 1164 BW
- In geval van blijvende twijfel: art. 1162 BW (interpretatie tegen de bedinger of tegen de verkoper). Pas te gebruiken als de andere regels geen soelaas brengen.
Aanvulling
- Art. 1134 BW: Afspraken van partijen worden aangevuld met de (bijkomende) gedragsregels die een BPF in dezelfde omstandigheden zou naleven.
Matiging
- Indien een contractspartij niet te goeder trouw is, is matiging van zijn contractueel recht mogelijk
- Een partij handelt bij de uitvoering van haar contractuele verbintenissen niet te goeder trouw wanneer zij rechtsmisbruik pleegt.
- Modaliteiten van rechtsmisbruik
- Als een persoon van zijn recht gebruik maakt zonder enig (wettig) belang te kunnen laten gelden
- Wanneer een persoon een recht op twee wijzen kan uitoefenen, die hem evenveel voordeel opleveren, maar kiest voor die rechtsuitoefening die nadeliger is voor een ander persoon
- Wanneer een persoon tussen twee mogelijke wijzen om een recht uit te oefenen, kiest voor die rechtsuitoefening die proportioneel meer nadeel aan de ander oplevert dan dat die rechtsuitoefening voor hemzelf voordeel oplevert
- Sanctie: Matiging van de rechtsuitoefening.
- Het opleggen van de normale rechtsuitoefening of
- Herstel van schade die door het misbruik is veroorzaakt of
- De ontkenning om een beroep te doen op een bepaald beding
- Kan niet tot gevolg hebben dat het recht verdwijnt
Rechtsverwerking
- Duits en Nederlands recht
- Het verlies van een recht omdat de titularis het recht niet onmiddellijk uitoefent of een houding aanneemt, die objectief onverenigbaar met de uitoefening van dat recht is, zonder dat er sprake is van een afstand van recht
- In België geen zelfstandige rechtsfiguur, maar dezelfde feiten kunnen evt wel op rechtsmisbruik neerkomen
Gevolgen ten aanzien van derden
Relativiteit
- In principe gelden overeenkomsten inter partes
- Een derde kan de nakoming van andermans verbintenissen niet vorderen
- Een derde kan niet op grond van andermans overeenkomst gedwongen worden om de eruit voortvloeiende verbintenissen uit te voeren
Tegenstelbaarheid - Overeenkomsten hebben externe gevolgen, die derden moeten eerbiedigen of waarop ze zich kunnen beroepen
- Derden moeten het bestaan van overeenkomsten, alsook de gevolgen die een overeenkomst tussen partijen teweegbrengt, erkennen en ermee rekening houden, ook al betekent dit een beperking van hun vrijheid
- Derden kunnen zich in hun voordeel beroepen op het bestaan van de overeenkomst tussen derden en op de gevolgen die die overeenkomst teweegbrengt
- Tegenstelbaarheid in het nadeel van derden: derdemedeplichtigheid aan contractbreuk
Casus: Brouwer A spreekt met leverancier B af dat hij exclusief het bier van A mag leveren aan de middenstand. Ondanks deze afspraak, sluit A met C een identieke verbintenis. - C kan door B niet op grond van een wanprestatie worden aangesproken omdat er tussen hen geen contractuele band bestaat.
- C kan wel door B buitencontractueel aansprakelijk gesteld worden indien deze kan aantonen dat:
- A door een geldige verbintenis ten aanzien van B verbonden is
- A die verbintenis niet is nagekomen en die niet-nakoming aan hem toerekenbaar is
- C de verbintenis kende of redelijkerwijze behoorde te kennen
- C aan de wanprestatie van A heeft deelgenomen of zijn actieve medewerking heeft verleend
- Sanctie: Meestal geldelijk, soms in natura door de verbintenis tussen A en C nietig te verklaren (indien beide partijen bij die overeenkomst in het geding betrokken zijn)
Tegenstelbaarheid in het voordeel van derden: verhoogde algemene zorgvuldigheidsplicht
Co-existentie van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid
- Een derde, C, stelt A buitencontractueel aansprakelijk voor feiten die tegelijk als een wanprestatie van A tegenover B (zijn medecontractant)
- De schadelijder moet aantonen dat een bepaalde gedraging van de aansprakelijke niet alleen een contractuele, maar ook een acquiliaanse fout is.
Vb.: Ontstentenis van naleving van een onderhoudscontract ivm een lift. Als iemand zich bezeert doordat de lift naar beneden valt, is de onderhoudsfirma buitencontractueel aansprakelijk tegenover die persoon. Hij is echter ook contractueel aansprakelijk tegenover het bedrijf dat het onderhoudscontract met de onderhoudsfirma sloot.
Uitzonderingen op de relativiteit
- Regel: een derde kan niet op grond van andermans overeenkomst SA worden
- Wanneer een overeenkomst tot voordeel van een derde strekt
Derdenbeding
- In een overeenkomst kan een partij (bedinger) haar medecontractant (belover) een prestatie ten gunste van een derde (derde-begunstigde) doen beloven.
Vb.: Ik herstel uw koelkast, maar ik vraag u om mij maar de helft van mijn loon te betalen en de andere helft aan mijn zoon te betalen. - Toepassingsvoorwaarden
- Belover en bedinger moeten duidelijk en ondubbelzinnig de bedoeling hebben gehad om in het voordeel van een derde te bedingen. Het wordt niet vermoed, als is een stilzwijgend derdenbeding wel mogelijk
- De hoofdovereenkomst moet geldig tot stand gekomen zijn
- De bedinger moet een persoonlijk belang hebben bij het beding, ook al is het slechts een morele belang
- Belover en bedinger moeten de bedoeling gehad hebben om met het derdenbeding een nieuw eigen recht aan de derde te geven, dat hij rechtstreeks tegen de belover kan laten gelden
- De derde moet minstens bepaald of bepaalbaar zijn op het ogenblik dat het beding uitwerking krijgt
Eens de derde aanvaardt, kan het niet meer worden herroepen
Rechtsgevolgen:
- Derde krijgt een eigen en rechtstreeks regen tegen de belover. Hij kan evenwel niet de ontbinding vd overeenkomst vorderen
- De belover kan tegen de derde alle verweermiddelen en excepties laten gelden die uit de hoofdovereenkomst voortvloeien
- Uit zijn eigen wanprestatie, of ontbinding te zijnen laste kan de belover geen voordeel halen, zodat hij tov de derde gebonden blijft
- De prestatie komt direct in het vermogen van de derde terecht, dus niet eerst in het vermogen van de bedinger -> de schuldeisers vd bedinger kunnen er geen beslag op leggen
- Bij gebrek aan de vereiste hoedanigheid, kunnen de bedinger, noch zijn erfgenamen in hun eigen voordeel geen aanspraak op de aan de derde beloofde prestatie maken. Ze kunnen wel een vordering tot uitvoering van het derdenbeding in het voordeel van de derde-begunstigde instellen
Rechtstreekse vordering
- Een derde bekomt een eigen en rechtstreeks recht op grond van een specifieke wettelijke bepaling. Die rechtstreekse vordering komt aan de derde toe, ook al wordt ze niet uitdrukkelijk in de overeenkomst opgenomen.
- De titularis van een rechtstreekse vordering ontsnapt aan de samenloop met de andere schuldeisers van de eigen schuldenaar. Verschil met zijdelingse vordering!
- De opbrengst van de vordering komt rechtstreeks in het vermogen van de titularis ervan
- Drie vaak voorkomende rechtstreekse vorderingen:
- Onderaannemer heeft een RV ten aanzien van de bouwheer tot betaling vh laagste bedragvan:
- Wat de bouwheer aan de hoofdaannemer verschuldigd is op het ogenblik dat de RV door de onderaannemer wordt ingesteld
- Wat de hoofdaannemer nog aan de onderaannemer verschuldigd is
- Een onderaannemer in 2e graad kan die RV tegen de hoofdaannemer laten gelden
- Het is niet vereist dat de schuldvordering van de hoofdaannemer tegen de bouwheer bij het instellen van de RV reeds opeisbaar is
- Beide schuldvorderingen moeten met elkaar verband houden
- Een omgekeerde RV bestaat niet! Vb.: aansprakelijkheidsvordering vd bouwheer tegen de onderaannemer voor gebrekkig uitgevoerde werken.
- Lastgever heeft RV op de onderlasthebber
- Omgekeerde RV ook niet mogelijk
- Benadeelde heeft RV op de verzekeraar van de aansprakelijke bij aansprakelijkheidsverzekeringen
- Dagvaarding niet vereist
- RV moet vóór het faillissement van de tussenschakel ingesteld worden
Beperking van tegenwerpelijkheid van verweermiddelen bij een RV
- Zie schema; B kan niet alle verweermiddelen en excepties tov C opwerpen, die hij tegen A kan opwerpen. De mate van tegenwerpelijkheid van verweermiddelen hangt wel af van het soort RV:
- Onderaanneming:
- De bouwheer kan enkel die verweermiddelen en excepties opwerpen, die hij op het ogenblik van het instellen van de RV kon laten gelden
- Schijnbare uitzondering: ENAC kan evt na de instelling van de RV worden ingesteld
- Onderlastgeving:
- Idem
- Aansprakelijkheidsverzekeringen:
- Niet-verplichte verzekering:
- De verzekeraar kan zich ten aanzien van de benadeelde enkel beroepen op de verweermiddelen en excepties “voor zover deze hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval vooraf gaat”
- Verplichte verzekering:
- De verzekeraar kan enkel tegenwerpen dat de nietigverklaring, de opzegging, de beëindiging of de schorsing vd verzekeringsovereenkomst zich vóór het schadegeval heeft voorgedaan
Accessoriumtheorie
Casus: Apple levert een iPhone aan Fnac. Jan koopt de iPhone bij Fnac. De iPhone zit kapot in de verpakking. Jan kan de schuldvordering die aan de iPhone vasthangt (vrijwaring voor verborgen gebreken) rechtstreeks tegenover Apple laten gelden.
- Ook mogelijk bij koop van een onroerend goed: vordering tegen architect.
- Ook bij aanneming: opdrachtgever kan oorspronkelijke koper aanspreken voor vrijwaring
- Degene tegen wie de vordering wordt ingesteld kan WEL elk verweermiddel of elke exceptie die hij tegenover zijn medecontractant heeft, aanvoeren.
- Vordering is een toebehoren (accessorium) van de zaak. Overdracht vh accessorium gebeurt automatisch bij de overdracht vd zaak.
- Uitzondering: als het goed in de loop van een geding verkocht wordt, is een uitdrukkelijk beding nodig voor de overdracht vh accessorium
Zijdelingse vordering
- C oefent bij stilzitten van A de rechten en vorderingen van A tegen C uit
- Slechts ontvankelijk indien A zelf niet ageert
- Slechts ontvankelijk indien het vermogen van A niet volstaat om C te betalen
- Niet mogelijk in geval van rechten en vorderingen die uitsluitend aan de persoon verbonden zijn
- Minder rechtsbescherming dan rechtstreekse vordering:
- C oefent geen eigen recht uit, dus komt de opbrengst van de ZV in het vermogen van A terecht -> C komt in samenloop met andere SE’s van A
- B kan tegen C alle excepties en verweermiddelen tegenwerpen, die hij tegen A kan opwerpen
Uitzonderingen op de tegenstelbaarheid
Pauliaanse rechtsvordering
- Een SE komt in eigen naam op tegen overeenkomsten die zijn SA met bedrieglijke benadeling van de rechten van de SE heeft gesteld
- Toepassingsvoorwaarden:
- De SA moet verarmd zijn
- De rechten vd SE moeten zijn benadeeld
- Die benadeling moet door het bedrog vd SA zijn veroorzaakt
- Het ontstaan vd schuldvordering vd bedrogen SE moet de betwiste overeenkomst met de derde in de tijd vooraf gaan
- In geval van overeenkomst onder bezwarende titel moet de derde medeplichtig zijn aan het bedrog
- Rechtsgevolgen:
- Indien herstel in natura niet mogelijk is, kan de SE ook vervangende schadevergoeding vorderen van de derde-medeplichtige, beperkt tot de waarde vh vervreemde vermogensbestanddeel en ten belope vh bedrag van de schuldvordering
- Indien de derde-medeplichtige het vermogensdeel aan een derde-onderverkrijger vervreemd heeft, moeten de voorwaarden in hoofde van zowel de derde-medeplichtige als de derde-onderverkrijger vervuld zijn
- De overeenkomst tussen de SA en de derde blijft geldig
- De opbrengt komt rechtstreeks in het vermogen vd SE
- De pauliaanse vordering mbt onroerende goederen moet gekantmeld worden
Veinzing of simulatie - Partijen doen alsof ze overeenkomst met inhoud A sluiten. In werkelijkheid sluiten ze (gewild) een contract met inhoud B. Tussen partijen geldt de werkelijke wil. Derden mogen kiezen of ze voortgaan op de geveinsde of de werkelijke wil.
- Veinzing kan slaan op:
- Het al dan niet afsluiten ve overeenkomst
- De soort overeenkomst
- De medecontractant (stroman of naamlener)
- Rechtsgevolgen:
- De partijen kunnen enkel de werkelijke overeenkomst afdwingen (enkel indien de simulatie geoorloofd is!)
- Derden te goeder trouw hebben de keuze om zich ofwel op de geveinsde overeenkomst te beroepen, ofwel om een vordering tot geveinsdverklaring in te stellen en zich op de werkelijke situatie te beroepen
Bijkomende formaliteiten vereist voor de tegenstelbaarheid
- Wanneer een contractuele verbintenis de overdracht van een eigendom van een onroerend goed (of de aanwijzing van een onroerend zakelijk recht, anders dan voorrechten en hypotheken) inhoudt, dan is die overeenkomst pas tegenstelbaar aan derden te goeder trouw als de akte in de registers van de hypotheekbewaarder is overgeschreven
- Ook voor huurcontracten langer dan 9 jaar
- Zonder overschrijving niet tegenstelbaar, maar wel geldig inter partes!
- Wat indien een persoon dezelfde zaak aan twee verschillende personen verkoopt?
- Roerende goederen:
- Voorkeur gaat naar degene die te goeder trouw is en, indien beide te goeder trouw zijn, degene die eerst in bezig vh goed gekomen is, ook al is diens overeenkomst van latere datum
- Onroerende goederen
- Voorkeur gaat naar degene die te goeder trouw is boven degene die van de voorgaande overdracht al op de hoogte was. Indien beide te goeder trouw zijn, gaat de voorkeur naar degene wiens akte eerst in de registers vd hypotheekbewaarder werd overgeschreven, ook al is zijn overeenkomst van latere datum
Duur van de overeenkomst
- Aflopende overeenkomst: eindigt als het voorwerp is uitgevoerd
- Duurovereenkomst: eindigt als de duur ervan is verstreken
- Opzegging als vroegtijdige beëindiging
- Ex nunc
- Hoeft geen motivatie
Wederzijdse verbreking
- Omgekeerde van contractvrijheid. Partijen zijn vrij om samen het contract te beëindigen
Eenzijdige verbreking
- Overeenkomsten van bepaalde duur: de duur ervan is bij het sluiten afhankelijk gesteld van een zekere en toekomstige gebeurtenis, ook al is de datum van de gebeurtenis onzeker
- Kunnen niet via eenzijdige wilsuiting beëindigd worden
- Wordt automatisch beëindigd na afloop van de duur
- Overeenkomsten van onbepaalde duur: De duur is niet vastgelegd. Contracten met en minimumduur vallen hier ook onder
- Eenzijdige opzegging is ten alle tijde mogelijk (openbare orde!)
- Ter uitvoering van de vereist van goede trouw, moet de opzegger een redelijke opzeggingstermijn aan de medecontractant of een redelijke vervangende opzeggingsvergoeding toekennen
- Wanneer een rechter van oordeel is dat de verleende opzeggingstermijn te kort is, mag hij in principe niet in de uitvoering vd overeenkomst ingrijpen door bvb een bijkomende termijn op te leggen
Bijzonderheden:
- Aannemingsovereenkomst:
- Enkel de opdrachtgever kan eenzijdig opzeggen, de aannemer niet. De opdrachtgever dient wel het geleden verlies en de gederfde winst vd aannemer te vergoeden
- Bij lastgeving kan de lastgever onmiddellijk opzeggen zonder opzeggingstermijn. Tenzij in geval van een lastgeving in het gemeenschappelijk belang van de lasthebber en de lastgever. De lasthebber kan eenzijdig opzeggen als hij de lastgever vergoedt
- WHCP: 3 vereisten voor contract:
- Formaliteitsvereiste: stilzwijgend verlengend beding moet in vet gedrukte letters in een kader los van de tekst op de voorzijde vh eerste blad komen
- Inhoudelijke minimumvereiste: beding moet de gevolgen vd stilzwijgende verlenging bevatten + de uiterste datum + de modaliteiten van kennisgeving tot verzet
- Maximale opzeggingstermijn: na de verlenging kan de consument op elk ogenblik zonder vergoeding het contract opzeggen mits naleving vd contractueel bepaalde opzeggingstermijn. Max termijn van één maand