Sociale controle
Edward Ross:
o Er zijn twee ordes, met elk hun controlemechanismen, die de individualiteit moeten) overstijgen
De ethische of de morele:
Neemt de vorm van de publieke opinie, persoonlijke idealen, religie, kunstvormen
De politieke orde:
Zit vervat in het recht, het leger, de politie
o Sociale gelijkheid gaat volgens hem samen met een ethische controleorde
De morele orde: het ontstaan en de internalisatie van normen en waarden
William Sumner:
o Een systematische analyse geven van normen
o Baseerde zijn theorie op de veronderstelling dat het eerste en voornaamste doel van de mens erin bestaat te (over)leven
Begonnen met handelen en pas daarna nadenken
Geselecteerd via een proces van ‘trial and error’
o Folkways:
Doordat ze werden toegepast telkens wanneer de situatie het vereiste, zouden die handelwijzen zich dan ontwikkelen tot gebruiken / gewoonten
Worden niet bewust door de mens gecreëerd
Collectieve gewoonten, elementaire gezichtspunten of methodes die betrekking hebben op wat juist, effectief en/of goed is
o Mores (normen):
Indien die folkways zich ontwikkelen in doctrines dan worden ze mores genoemd
De transformatie vindt plaats wanneer mensen bewust gaan reflecteren over die folkways, mores kunnen dus beschouwd worden als rationalisaties van gewoonten
Er is een nieuw element: de sanctie of het uitoefenen van sociale controle
Niet mogelijk een duidelijke lijn te trekken tussen folkways en mores
Naleven van de mores wordt door de gemeenschap als een essentiële voorwaarde gesteld voor het algemeen welzijn
Vormen de basis van de instellingen die zich binnen de maatschappij ontwikkelen
o Actua: Van folkways naar mores(p. 119)
Boete voor spuwen op straat om chinezen manieren te leren
o Grijze kader:Het gebruik van genotsmiddelen (p. 120)
Alcohol en marihuana in de VS een voorbeeld van folkways die mores worden
de vraag naar de oorsprong van morele regels
Morele regels:
Als fundamenteel kenmerk: niet alleen verplicht, maar ook gewenst
Mensen willen inspanningen doen om morele regels te realiseren
o Twee soorten moraliteit:
Objectieve moraliteit:
De gemeenschappelijke en onpersoonlijke standaard die we gebruiken om menselijk handelen te evalueren
Subjectieve moraliteit:
Elk individu drukt het morele bewustzijn op zijn / haar specifieke wijze uit
o Hoe morele regels herkennen?
Kijken naar het soort gevolg dat een overtreding van een morele regel heeft
Analytisch gevolg:
Volgt uit de handeling zelf, is een inherent gevolg van de handeling
De sanctie is een direct, automatisch gevolg van de handeling
Bv een kater
Synthetisch gevolg:
Een sanctie volgt niet uit de handeling zelf, maar uit het gegeven dat de handeling een regel overtreedt
De sanctie volgt uit overtreding van de regel
Bv het intrekken van rijbewijs
Indien men de regels naleeft, ondervindt men een gevoel van welbehagen wat een resultaat is van het socialisatieproces
o Hoe verloopt dit proces bij Mead en Piaget?
Mead:
De socialisatietheorie:
De internalisering van waarden en normen
Conceptuele onderscheid tussen het I en het ME
Samen vormen het I en het ME een eenheid, een geheel
Het I is het handelen van het individu in een bepaalde sociale situatie
Hoe een individu handelt in een specifieke situatie, is niet op voorhand vastgelegd
Het ME neemt de evaluaties in op zich
Piaget:
De vaststelling dat er een relatie bestaat tussen de sociale verhoudingen en het rationele bewustzijn
Coöperatieve wederkerige relaties:
Liggen aan de basis van het bewustzijn van ideale en gewenste regels die men zonder dwang naleeft
Relaties die op autoriteit / dwang gebaseerd zijn
Een proces van toenemende differentiatie:
Leidt niet naar een samenleving die steeds meer op dwang berust
Resultaat is volgens hem een samenleving gebaseerd op samenwerking
Een zekere parallel tussen de ontwikkeling van het logische denken bij kinderen en de ontwikkeling van het morele bewustzijn
Egocentrisme:
Het kind staatcentraal
Anderen bestaan nog niet
Moraliteit niet mogelijk
Dwang:
Volwassenen staan centraal
Kind doet wat volwassenen zeggen
Volledige identificatie van de volwassenen
Coöperatie:
Kritiek en dialoog
Regels: autonoom en internalisering
Zonder deze 3de fase is er moreel realisme (= de moraal is afhankelijk van een concrete situatie)
Verschil tussen autoritaire relaties en coöperatieve wederkerige relaties;
Autoritaire relaties hebben dwingende regels
Coöperatieve wederkerige relaties hebben gewenste regels en worden nageleefd zonder dwang
Vormen van sociale controle:
“Zacht”: morele regels nastreven / opleggen
Ethische sociale controle
Persoonlijke idealen, familie, vrienden, de publieke opinie
“Hard”: met macht afdwingen van regels
Politieke sociale controle
Leger, politie, recht
De politieke orde
Becker:
o Het materiële object van de sociologie:
De studie van collectief handelen
o Samenleving:
Een netwerk van interacties, waarbij de houdingen en gedragingen van de interactiepartners steeds op elkaar afgestemd zijn
o Crusading reformers:
De regels komen tot stand door de beredeneerde actie van ‘crusading reformers’
Vertegenwoordigen een klasse of een maatschappelijke groep en baseren hun maatschappijvisie op een absolute ethiek die geen alternatieve visie mogelijk maakt