Robert Nozick(1938-2002): ‘entitlement theory of justice’ en minarchie
Leven en werk: zoon van Russisch-Joods immigrant; studeerde in Columbia, Princeton en
Oxford; werd bekend met zijn boek Anarchy,State and Utopia (1974) dat geschreven werd als een repliek op John Rawls’ theorieën; later publiceerde hij nog Philosophical Explanations (1981), The Examined Life (1989), The Nature of Rationality (1993), Invariances (2001)
Rechtvaardigheidstheorie: Nozick bekritiseert alle rechtvaardigheidstheorieën die betrekking hebben op situaties, toestanden (bv. ‘ongelijke’ verdeling van de welvaart) en streven naar een soort rechtvaardige eindtoestand; rechtvaardigheid heeft betrekking op het handelen van personen; een rechtvaardigheidstheorie moet dus primordiaal de vraag stellen wat is rechtvaardig/onrechtvaardig handelen; de rechtvaardigheidstheorie van Nozick is dus deontologisch en niet consequentialistisch; een handeling is dus al dan niet rechtvaardig als zijn compatibel is met bepaalde regelen, en niet al naargelang zij al dan niet tot bepaalde maatschappelijke toestanden leidt (bvb. tot een meer gelijke verdeling van de rijkdom, tot een grotere collectieve nuttigheid); Nozick herneemt hier een belangrijk inzicht van Imanuel Kant, nl. behandel elke persoon als een doel op zichzelf, en niet als een middel voor het bereiken van andere doelen (bv. blanke middenklasse kinderen moet via ‘busing’ naar scholen met veel Afro-Amerikaanse kinderen vervoerd worden om het peli van de school te verhogen)
‘Entitlements’: handelingen zijn rechtvaardig wanneer zij compatible zijn met de ‘entitlements’ van alle andere personen; deze ‘entitlements’ zijn
Zichzelf (eigen talent, schoonheid, intelligentie; de verschillen hierin zijn een natuurlijk gegeven en de daaruit voortvloeiende ongelijkheden moeten dus het voorwerp niet uitmaken van een herverdelende politiek)
Men heeft recht op alles wat men via zijn eigen talenten heeft voortgebracht;
Men heeft recht op eigendom voor zover dit het resultaat is van de uitoefening van natuurlijke bekwaamheden; niemand heeft het recht er beperkingen aan op te leggen of te belasten
Vanuit deze ‘entitlement’-theorie heeft Nozick dan ook kritiek op het concept ‘verdelende rechtvaardigheid’; wat door de overheid wordt verdeeld is geen manna dat uit de lucht kwam te vallen, maar is het product van menselijke handelingen; verdelende rechtvaardigheid vanuit de overheid is dus in strijd met de fundamentele vrijheidsrechten van de leden van een samenleving
Wanneer men deze ‘entitlements’ eerbiedigt leidt tot vrijwillige samenwerking en tot processen en onbedoelde positieve effecten voor de grote meerderheid van de bevolking ( ‘the invisible hand’ van Adam Smith; bv. ondernemers handelen uit winstbejag maar door hun optreden wordt nieuwe kennis in het systeem gebracht wat de efficiëntie van de allocatie van middelen verhoogt; het argument van de efficiënte vrije markt versterkt de ‘ entitlement’-theorie van rechtvaardigheid maar is er niet het fundament van.
Minarchie: elk optreden van de overheid vormt een inbreuk op de individuele vrijheid (reguleren,belasten, monopoliseren); toch is Nozick geen anarchist; mocht er een anarchie zijn dan zouden de mensen op zelfverdediging van vrijheid en eigendom aangewezen zijn; om dit efficiënter te doen zullen mensen ‘mutual protection agencies’ opzetten waarbij men wederzijdse hulp biedt; dit evolueert verder naar ‘private protection agencies’, firma’s gespecialiseerd in bescherming; geleidelijk aan zal één van die ‘private protection agencies’ een territoriale dominantie verwerven; dergelijke dominante ‘protection agencies’ hebben het recht ook aan de niet-aangeslotenen, levend in het territorium, regelen op te leggen, op grond van het risico-principe; bij gedrag, uitgaande van niet-leden, dat een risico op grote schade inhoudt, bestaat er het gevaar dat de slachtoffers niet vergoed zullen worden; Omdat men vanuit een anarchie toch tot een minimale staat zal evolueren, is het beter de omweg naar de anarchie over te slaan en meteen de huidige ‘extended state’ om te vormen tot een minimumstaat;
Betekenis: de rechtvaardigheidstheorie van Nozick plaatst de vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu weer centraal en problematiseert de legitimiteit van het collectief-manipulatief optreden van de overheden; Nozick vestigt er de aandacht op dat elk beleid van sociale rechtvaardigheid neerkomt op dwangmatige aantasting van vrijheid en eigendom van sommigen ten voordele van andere die op die wijze onrechtmatig middelen verwerven; terwijl Rawls vertrekt van een egalitair standpunt en de bewijslast legt op inegalitaire uitzonderingen, vertrekt Nozick van een libertair-inegalitair standpunt en legt hij de bewijslast op aan vrijheidsbeperkende uitzonderingen;
Nozicks’ argument voor minarchie is weinig sluitend; het werd echter verder onderbouwd door economisten, door erop te wijzen dat justitie en veiligheid ‘netwerk’-industrieën zijn, met een inherente drang naar oligopolie, prijsafspraken, om te eindigen in een territoriaal monopolie van een ‘aandeelhoudersstaat’ ;