Rechtsgevolgen van passieve hoofdelijkheid tussen schuldeiser en schuldenaars
Hoofdgevolgen:
alle schuldenaars staan in voor eenzelfde schuld...
- de schuldeiser kiezen welke schuldenaar(s) hij vervolgt, eventueel zelfs allen samen (Art. 1203 - 1204 B.W.)
- zodra één van de schuldenaars betaald heeft, zijn alle schuldenaars bevrijd (Art. 1200 B.W.)
- gemeenschappelijke excepties — excepties die betrekking hebben op het voorwerp van de verbintenis — kunnen door elke schuldenaar worden ingeroepen (Art. 1208)278
- elke schuldenaar mag de gronden voor het tenietgaan van de verbintenis inroepen (betaling, verjaring, kwijtschelding, ...)
...maar toch is er een pluraliteit van rechtsbanden
Elke schuldenaar is door een eigen rechtsband verbonden met de schuldeiser. Niet elke schuldenaar kan daarom dezelfde persoonlijke excepties inroepen.
- zuiver persoonlijke excepties werken enkel ten voordele van de schuldenaar die ze kan inroepen
bijv. onbekwaamheid, gebrek in de toestemming, een "persoonlijke" voorwaarde, ... - eenvoudig persoonlijke excepties hebben ook een effect ten opzichte van de andere schuldenaars.
De schuldeiser mag door zijn handelen de positie van de andere schuldenaars immers
niet benadelen. Voorbeelden zijn: - kwijtschelding van de schuld van één schuldenaar, scheldt ook de schuld van de andere
schuldenaars kwijt (!) tenzij de schuldeiser het uitdrukkelijk anders bedingt (Art. 1285
B.W.). Zelfs in dit laatste geval is er een doorwerking ten opzichte van de niet-kwijgescholden schuldenaars: die zijn dan immers tot een kleiner bedrag gehouden. - hetzelfde geldt voor een dading die een kwijtschelding inhoudt279
- als één van de schuldenaars zelf een vordering heeft tegen de schuldeiser en schuldvergelijking inroept, dan geldt dit als betaling, zodat de medeschuldenaars van hun schuld bevrijd zijn (al moeten zij hun deel wel terugbetalen aan de schuldenaar die betaald heeft door de schuldvergelijking)280
- schuldvermenging (zie Art. 1209 B.W.)
Bijkomende gevolgen:
- Als één schuldenaar in gebreke wordt gesteld, dan werkt dit tegenover alle schuldenaars:
- bij overmacht of toeval staan allen in voor het verlies van de verschuldigde zaak281
- allen zijn moratoire intresten verschuldigd
- Als de prestatie onmogelijk wordt door de schuld van één schuldenaar, dan staan alle schuldenaars in voor de waarde van die zaak. De schuldenaar die de fout beging, staat ook in voor al de bijkomende schade (Art. 1205 B.W.)
- De stuiting van de verjaring tegenover één schuldenaar, werkt tegenover alle schuldenaars
(Art. 1206 B.W.). - De gedingbeslissende eed die wordt afgelegd door één schuldenaar, werkt in het voordeel van alle schuldenaars (Art. 1365 4° B.W.)
- Gerechtelijke akten die aan één schuldenaar kunnen worden tegengeworpen, kunnen ook tegengeworpen worden aan de andere schuldenaars282