Naturalisme, relativisme en emotivisme
*Naturalistische visie op ethiek : men kan waarde-oordelen afleiden uit feiten, die eventueel wetenschappelijk kunnen worden vastgesteld (Vb. Het is goed om sociaal gedrag te vertonen en a-sociaal gedrag moet worden afgekeurd. – David Hume, G.E.Moore; dit is een vorm van drogredenering; ‘naturalistic fallacy’).
Het individueel hedonisme van Hume heeft aanleiding gegeven tot het ontwikkelen van relativistische en emotivistische theorieën over ethiek.
*Relativist: stelt dat wat mensen ‘goed’ en ‘kwaad’ noemen afhankelijk is van de maatschappij of het tijdperk waarin we leven, van de sociale groep waartoe we behoren, … Er zijn objectieve criteria om te beslissen welke waarde-oordelen te verkiezen boven de andere.
*Net zomin als woorden zoals ‘boe’ en/of ‘hoera’ iets betekenen, maar enkel een emotieve reflex zijn, hebben volgens emotivisten ethische uitspraken een feitelijke betekenis.