Kenmerken van het geluid
Frequentie: aantal trillingen dat per sec door een geluidsbron wordt opgewekt=Hz. Frequentie bepaalt de toonhoogte.
Amplitude: afstand tussen de top van de trilling en de nullijn. Amplitude bepaalt de toonsterkte.
Toonhoogte: groot aantal trillingen/sec=hoge frequentie=hoge toon, lagere frequentie=lage toon. Toon is dus des te hoger naarmate zijn frequentie groter is
Toonsterkte: sterk geluid=grote amplitude, ondanks frequentie zelfde kan zijn. Sterkte verschilt afhankelijk van de kracht waarmee het geluid in de geluidsbron geproduceerd wordt
Golflengte: Afstand tussen 2 opeenvolgende golftoppen=afstand van 1 periode. Kan verband worden gelegd met frequentie.