Het stilzwijgend ontbindend beding
Volgens Art. 1184 B.W. is de ontbindende voorwaarde altijd stilzwijgend opgenomen in een wederkerige overeenkomst. Hierdoor mag de benadeelde partij in plaats van de uitvoering in natura of de vervangende schadevergoeding ook de ontbinding van de overeenkomst aanvragen (eventueel met bijkomende schadevergoeding).
Als de schuldeiser toch de (gedwongen) uitvoering vraagt, mag de rechter de ontbinding niet zelf uitspreken — tenzij die gedwongen uitvoering een onevenredig groot nadeel zou berokkenen aan de debiteur Toch vervalt het recht dan niet om (eventueel) achteraf nog de ontbinding aan te vragen100.
De volgende voorwaarden zijn van toepassing:
- Het moet gaan om een wederkerige overeenkomst101.
- De debiteur moet formeel in gebreke worden gesteld, behalve als dit echt nutteloos is.
- Er moet sprake zijn van een ernstige tekortkoming . Het criterium is of men ook zou gecontracteerd hebben moest men de tekortkoming van tevoren hebben geweten.
- De ontbinding moet in principe door de rechter worden uitgesproken102.
- Eenzijdige ontbinding wordt echter toegelaten als:
- plaatsvervangende uitvoering in natura in dit geval óók mogelijk zou zijn zonder tussenkomst van de rechter
- de contractbreuk ernstig genoeg is om een gerechtelijke ontbinding toe te laten
- rechterlijke machtiging zinloos is geworden omdat het wederzijds vertrouwen is weggevallen of omdat er sprake is van een dringend geval
- de debiteur na de ingebrekestelling ook op de hoogte worden gebracht van de eenzijdige ontbinding