HET GRAAFSCHAP VLAANDEREN
- <pagus flandrensis
- 1000: graaf Boudewijn IV: voert indeling in kasselrijen door: periferie rond het territoriale vorstendom met aan het hoofd een burggraaf (met burcht): behandelt er met lokale grafelijke vazallen feodale materies in het leenhof.
- Niet-feodale justitie:
- Ofwel valt RS toe aan een niet-feodale grafelijke kasselrijschepenbank.
- Ofwel wordt de RS verdeeld tussen de kasselrijschepenbank en het grafelijke leenhof.
- Ofwel slagen de grafelijke leenhoven erin de RS te monopoliseren.
- Curia comitis: bijna uitsluitend vazallen: alle gerechts- en leenzaken die de graaf persoonlijk wil behandelen, komen bij deze curia terecht.
- 1200: Vlaamse feodale staat heeft zijn zenit bereikt.
- Vanaf 13e eeuw: afbouw.
- Fideles servientes gaan oude curia domineren: niet-feodale grafelijke vertrouwenspersonen, onderlegd in financiën en recht.
- curia wordt definitief een raad of conseil
- ook regionale instellingen defeodalisering: opkomst van het baljuwsambt: prototype van de moderne ambtenaar.
- zowel in de kasselrijschepenbanken als in de leenhoven verdringen deze functionarissen de feodale burggraaf naar het achterplan: zijn makkelijk manipuleerbaar door de vorst én zijn afzetbaar.
- Auxilium et consilium: consilium et auxilium.
- Toch blijf feodaliteit verder bestaan tot 1789/1795!