Het beding ten behoeve van derden (derden-beding)
Het beding ten behoeve van derden is een clausule waarbij één van de partijen in eigen naam de tegenpartij een prestatie laat beloven ten gunste van een derde. De derde wordt hierdoor schuldeiser door een overeenkomst waaraan hij zelf niet heeft deelgenomen.
Voorbeelden:
- Hét klassieke voorbeeld is natuurlijk de levensverzekering126.
- Een werkgever bedingt met een transportfirma om elke dag het werkbusje rond te sturen.
- Twee voetbalclubs die bij de transfer ook een deel aan de speler uitbetalen.
- Een vastgoedfirma bedingt van elke koper van een perceel bouwgrond om een bepaalde bouwafstand tot de buren te houden.
Voorwaarden:
- De overeenkomst tussen bedinger (stipulant) en belover moet op zich geldig zijn.
- De bedinger moet een persoonlijk belang hebben bij het beding — al is hier al snel aan voldaan.
- Het beding moet duidelijk de intentie hebben om aan een derde een nieuw recht te geven.
- De begunstigde derde moet bepaald of bepaalbaar zijn wanneer het beding uitwerking krijgt127.
Gevolgen:
- De begunstigde derde kan zijn recht met een rechtstreekse vordering tegen de belover uitoefenen.
- Vóór de expliciete of impliciete aanvaarding door de derde kan de belover het recht persoonlijk
herroepen128; erna kan het recht niet meer herroepen worden. - Het recht komt rechtstreeks in het vermogen van de derde, niet via het vermogen of de nalatenschap van de belover. Het kan door schuldeisers van de belover niet in beslag genomen worden.
- Er ontstaat een driepartijenverhouding:
- De dekkingsverhouding is de overeenkomst tussen bedinger en belover. Vervalt deze overeenkomst om één of andere reden, dan vervalt ook het recht van de derde. Het recht van de derde is dus gecauseerd, dus niet abstract of losgemaakt van de dekkingsverhouding.
- De valutaverhouding tussen bedinger en derde, die de reden van begunstiging bevat (solvendi, credendi of donandi). Merk op dat de bedinger niet door de derde kan gedwongen worden om zijn overeenkomst met de belover uit te voeren zodat de derde begunstigd zou worden
- De verhouding tussen belover en begunstigde. De begunstigde kan ook de belover niet dwingen om zijn overeenkomst met de bedinger uit te voeren. Hij heeft echter een rechtstreekse vordering tegen de belover zonder dat die belover verweermiddelen kan tegenwerpen die ontstaan uit de relatie tussen bedinger en begunstigde.