Economische theorie van Blumberg
in tegenstelling tot de theorie van Collins, spelen economische factoren hier geen beperkte rol.
Collins óBlumberg:
- centraal element van theorie = economische macht => de controle over productiemiddelen
Þ machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen is steeds in functie van deze controle.
- Relatieve (NIET absolute) economische macht is bepalend van aard:
verhouding economische macht van partners die hun wederzijdse afhankelijkheid bepaalt
+ controle over de surplusproductie
=> automatisch autonoom beslissen over andere sferen (dingen des levens, tijdsbepaling, seksualiteit,…)
voorbeeld: als beiden egaal verdient is de macht voor de vrouw groter dan wanneer men beide minder egaal.
Uitgangspunt: hoe groter de economische macht is waarover de vrouw beschikt, hoe meer bewegingsvrijheid zij zal hebben om beslissingen te treffen die verband houden met haar persoonlijk leven:
→ gemeenschappen waar de vrouw over relatief veel economische macht beschikt: de vrouw heeft meer zeggenschap over de keuze van haar huwelijkspartner, over de mogelijkheid om uit de echt te scheiden, over het aantal kinderen dat ze wenst en tal van andere aangelegenheden.
→ In gemeenschappen waar de vrouw over weinig economische macht beschikt en in sterke mate afhankelijk is van haar vader of echtgenoot om te overleven, zien we dat het de mannen zijn die de controle uitoefenen over het persoonlijke leven v/d vrouw.
=> Conclusie: de gezagspositie v/d vrouw in gezin en gemeenschap is in sterke mate afhankelijk van haar economische positie.
Cruciale Vraag: Hoe komt het dat vrouwen instaan voor grootste deel van de economische productie, en toch dit voordeel niet kunnen omzetten in meer economische beslissingmacht?
- strategische onvervangbaarheid v/d arbeid van vrouwen
- de verhouding v/h aandeel v/d economische activiteit v/d vrouw tot de totale productie binnen de maatschappij
- de mate waarin vrouwen over een specifieke technische deskundigheid beschikken
door de terugname van de lokale markten die opgenomen worden in de wereldeconomie, word de invloed van de vrouw sterk beknot
- de mate waarin vrouwen autonoom kunnen werken (dus los v/d mannelijke supervisie)
door oorlog brengen veel mannen tijd door aan front waardoor vrouwen hun economische onafhankelijkheid kunnen verhogen
- aard v/h vigerende familiestelsel
* geldende erfrecht: matrilineaal of patrilineaal
Þ een matrilineaal systeem brengt meer macht mee voor de vrouw dan een patrilineaal systeem want in gemeenschappen waar vrouwen eigendommen kunnen erven zal hun economische macht groter zijn dan in deze waar het erfrecht uitsluitend loopt langs de mannelijke lijn.
* vestigingsgewoonten: matrilocaliteit of patrilocaliteit
matrilocaliteit: vrouw vestigt zich met partner in haar woonplaats, na het huwelijk.
patrilocaliteit: man vestigt zich met partner in zijn woonplaats, na het huwelijk.
=> Bij patrilocaliteit wordt de vrouw geïsoleerd van haar eigen verwanten en bijgevolg verminderen haar macht en aanzien.
- politieke macht (controle over staat)
politieke macht laat toe het effect v/d voorgaande factoren te modifiëren, die de man beschikt in de gemeenschap.
Vrouwen: relatief grote politieke beslissingsmacht in eenvoudig georganiseerde samenlevingen of in lokale beslissingsorganen in meer complexe samenlevingen.
Mannen: domineren de supralokale machtstructuren (staat, kapitaal, leger)
Vraag: waarom hebben vrouwen zoweinig politieke macht?
- historische oorsprong staat en de kapitalistische samenleving = oorlogsvoering, mannen kregen het monopolie over de organisatie van het intergroepsgeweld.
- biologisch gegeven: man kan geen leven dragen, en dus beter inzetbaar voor oorlog.
- Gevorderde landbouwsamenleving gebaseerd op de technologie ploeg waaruit de kapitalistische klassensamenleving is ontstaan => geografische scheiding akkers en erf
=> terugdringen van vrouwen in routinematige en tot woonplaats beperkte fase in productieproces + zorg zuigelingen
- hierdoor: monopolisering door mannen van de productieve en superviserende fases v/d productie.
OPM: enkel in dit type samenleving is aandeel van vrouw in ec. prod. het laagst.
BESLUIT: tracht 2 kenmerken van systeem van geslachtsstratificatie te verklaren:
- universele karakter van de mannelijke dominantie:
verklaring door een samengaan van biologische – sociale – historische factoren.
- de sterke interculturele variatie in macht en status tussen man en vrouw:
verwijzing naar economische macht en factoren die ingrijpen op de relatie
economische macht en beslissingmacht in andere domeinen van het maatsch. leven.