Durkheim
- Godsdienst is product van sociale interactie en van gemeenschapsleven.
Nadruk op bepaalde functionele aspecten => integrerende en sociale controle functie
Hoe kon de publieke/private moraal gehandhaafd worden zonder een sociaal controle mechanisme dat sancties impliceert? (godsdienst)
=> eenmaal god dood is, is alles toelaatbaar?
- Godsdienst is bindmiddel voor gemeenschappen, het leidt de aandacht af van de dagelijkse bezigheden, anti-individualistische kracht, zorg voor gezamenlijk aanhangen van waarden/normen, boven de individuele doeleinden verheven.
2 Kernvragen:
- zal de maatschappij desintegreren eens deze waarden/normen verdwenen zijn?
- wanneer is er sprake van een godsdienst?
Antwoorden:
(1) Terugkeer naar oorsprong van de godsdienst in meest elementaire vorm (zoals beleefd in samenleving op het laagste niveau)
TOTEMISME: leden nemen naam aan van plant/dier, en beweren af te stammen van dit plant/dier. Zekere riten vereren hun vereerd symbool: totem.
Betekenis totem: - geloof in mysterieus of heilige kracht, die totem bezielt
- sancties bij overtreding bepaalde regels of taboes
- morele verantwoordelijkheden
benadrukt dat de totem moet worden gezien als een symbool, niet alleen v/h heilige totemprincipe maar ook en vooral v/d horde zelf, die zich identificeert met de totem.
=> totem en de horde vormen dus in feite een eenheid, zo zouden de hordeleden bij godsdienstige riten onbewust de eigen groep aanbidden, met alles wat deze omvat in termen van structurele en culturele aspecten.
=> In de hedendaagse maatschappij kan men dus stellen dat godsdienst een weerspiegeling v/d maatschappij vormt: godheid weerspiegelt macht en eenheid v/d gemeenschap.
Godsdienstige ervaringen zijn niet louter denkbeeldig, maar hebben ze betrekking op de realiteit, relatie “mens » godsdienst” is gelijk aan de relatie tussen mens en maatschappij.
De maatschappij is belangrijker dan de mens en heeft ook meer macht dan het individu. De mens beschouwt de maatschappij als iets sacraals omdat hij ervan afhankelijk is.
Zal de maatschappij desintegreren bij het verdwijnen v/d godsdienst? niet noodzakelijk
Þ het volstaat dat mensen zich gaan realiseren dat ze rechtstreeks afhankelijk zijn v/d maatschappij, de maatschappij die ze voorheen erkenden langs het medium godsdienst.
(2) Sociale leven bij TOTEMISME kan ingedeeld worden in 2 fenomenen:
- Sacrale aspect: objecten/gebeurtenissen/ideeën,… waar de leden een bijzondere betekenis aan geven, die zeker geloof/waarde/macht vertegenwoordigen.
geloofsidee/geloofspraktijk die verband houdt met de sacrale elementen is de essentie v/d godsdienst, niet het geloof in de bovennatuurlijke kracht.
- Profane aspect: utilitaire aspecten, dagelijkse bezigheden om aan het materiele te voldoen.
OPM: gebeurtenissen/objecten zijn noch sacraal noch profaan, de betekenis die eraan gegeven wordt is afhankelijk of de geloven er al dan niet een bijzonder betekenis/waarde/macht aan toekennen, de betekenis komt voort uit de houding van de gemeenschap.
voorbeeld: brood en wijn bij de katholieken => sacraal, dwingen eerbied/ontzag af.
vertegenwoordigd zeker kracht waaraan men zich onderwerpt, voortspruitend uit de gemeenschap.
=> onderscheid tussen de 2 is universeel en de basis van de godsdienst.
=> sacrale = symbolische voorstelling van de sociale macht.
GODSDIENST= een systeem van onderling afhankelijke geloofsideeën en geloofspraktijken, die verband houden met het sacrale en de aanhangers ervan verenigen in een gemeenschap.
- Fundamentele functie is het creëren/versterken/instandhouden sociale samenhorigheid, v/d eenheid v/d maatschappij. Godsdienst omvat die elementen waarmee de leden v/d gemeenschap zich op éénvormige wijze identificeren. => godsdienst blijft op 1 of andere vorm voortbestaan.
(net zoals volgens Durkheim nationalisme of patriottisme)
- Centrale implicatie theorie: aard godsdienst is afhankelijk aard sociale structuur en de cultuur v/d maatschappij.
Negatief = niet aanvaard dat godsdienst neerkomt op het aanbidden van de maatschappij zelf.
en de theorie zou voor de moderne complexe maatschappij minder relevant zijn.