De structurele analyse van een samenleving
• Structurele factoren of fenomenen:
Structurele fenomenen zijn kenmerken van een systeem van sociale relaties en groepen die verschillen veroorzaken met betrekking tot de manier waarop interacties tussen mensen een invloed hebben op die mensen. De structurele fenomenen vergeten het individu en kijken enkel in ‘groepskansen’. Een essentiële aanname is dat kenmerken van een groep invloed uitoefenen op de interactie. De socioloog mag de omschrijving structureel effect gebruiken wanneer de groepsomgeving en de individuele karakteristieken van een individu als geheel worden opgevat.
Structurele factoren beïnvloeden andere structurele factoren. (vb: aantal mannelijke werklozen – aantal mannelijke zelfdodingen). Structurele factoren beïnvloeden ook individuele kenmerken. (vb: Het gemiddelde van klas van laatstejaars zal studiekeuze bepalen van elke individuele leerling). Deze structurele en individuele factoren beïnvloeden individuele kenmerken.
De ecologische fout bestaat erin te veronderstellen dat uitspraken gedaan op aggregaatniveau geldig zijn op individueel niveau. (vb: het is niet omdat er samenhang is tussen criminaliteit en het percentage migranten binnen steden, dat daarmee bewezen is dat het de migranten zijn die tot criminaliteit overgaan).
• De analyse van de sociale structuur: integratie en differentiatie binnen een samenleving:
Structurele parameters zijn die criteria die impliciet zijn in de sociale onderscheidingen die mensen maken bij het aangaan van interacties (vb: leeftijd, etniciteit, geslacht,...). Structurele parameters leiden tot onderverdelingen binnen de samenleving, ook differentiatie genoemd. Ze leiden tot opsplitsingen in gemeenschappen of groepen die naast elkaar komen te staan (vb: de Vlaamse samenleving bestaat uit de Vlaamse, de Turkse, de Marokkaanse,…). Er zijn echter ook contacten tussen die gemeenschappen. Dergelijke contacten leiden tot integratie.
Welke structurele parameters bestaan er nu? Blau maakt een onderscheid tussen nominale en graduele parameters. Nominale parameters verdelen de populatie in subgroepen met expliciete begrenzingen, maar zonder rangorde tussen die groepen (vb: geslacht, religie,…). Graduele parameters weerspiegelen een statusrangorde (vb: inkomen, onderwijs, leeftijd,…).
In het proces van differentiatie moet het onderscheid gemaakt worden tussen heterogeniteit en statusongelijkheid. Nominale parameters produceren heterogeniteit, terwijl graduele parameters statusongelijkheid voortbrengen.
De analyse van de sociale structuur bestaat dus uit de studie van differentiatie en integratie en sociale eenheden en groepen.