De romano-canonieke procedure
Hoe wordt de Romeinsrechtelijke procedure doorgegeven aan het middeleeuwse recht in West - Europa. De procedure is gegroeid uit gewoonte van christelijke mensen om hun problemen voor te leggen aan de bisschop, zoals de Joden dat deden bij hun rabbijn. Dit werd steeds meer georganiseerd, de bisschoppen groepeerden de problemen en audiënties, hoorzittingen (vanaf de 4de eeuw vind men er sporen van in het Romeins recht).
Worden deze uitspraken ook erkend voor een wereldlijke rechter? Vanaf Constantijn mag de Kerk optreden tussen burgers. Men kan nog wel in beroep gaan bij de keizer. Om geen “bevoegdheidsconflict” te creëren, beschouwen de keizerlijke rechtbanken de uitspraken als uitspraken van verzoening, arbitrage. Dit had tot gevolg dat men zich niet aan precedenten moest houden;
Vanaf Valentijn de Derde wordt de juridische draagwijdte van de audiënties beperkt. Zij zijn enkel nog bevoegd;
- indien er clerus in betrokken is,
- indien het gaat om kerkelijke materies.
Vanaf Constantijn : uitspraken van audiënties erkend door de administratie. Dit is belangrijk want zij zorgt ook voor de uitvoering van de vonnissen. Valentijn III gaat akkoord dat partijen de mogelijkheid hebben om de Kerk als arbitrage te kiezen, en laat toe dat de administratie blijft instaan voor de uitvoering ervan.
Bij flagrante schending van recht kijkt de administratie na of de audiëntie niet ten onrechte heeft geoordeeld. Indien dit zo is, stellen zij een beroep open. Dit beroep wordt echter restrictief geïnterpreteerd, aangezien het beroep tegen een kerkelijke rechtbank bij een wereldlijke rechtbank.
Justinianus aanvaarde de audiëntie eveneens, en beschouwde het ook als een echte gerechtelijke uitspraak, hij stelde beroep open bij de plaatselijke rechtbank.
Na de val van Rome verandert de gerechtelijke orde, maar de bisschoppelijke audiëntie blijft verder bestaan.
Paus Gregorius: als mensen met conflicten voor de bisschoppen komen, moeten deze de Romeinsrechterlijke procedure volgen! We vinden deze procedure ook terug bij Karolingers. Afspraken met Karel de Grote over plaats, rol,… van de bisschoppen. In de samenwerking tussen de Kerk en de keizerlijke Karolingers ontstaan de MISSI DOMINICI (zendelingen van de heer). Dit zijn mensen die gezonden zijn om recht te spreken (reizende rechters). Het waren steeds een gezant van de keizer en een gezant van de paus, en zij reisden rond om conflicten op te lossen. Zij baseerden zich hiervoor op de Romeinsrechterlijke procedures. Essentieel hiervoor is dat zo het beroep en het bewijsrecht worden meegedragen tot in de hedendaagse maatschappij.
Deze samenwerking blijft echter niet duren. Ten tijde van de investituurstrijd vond er een grote strijd plaats tussen de keizer en de religieuze macht. Dit heeft ook zijn weerslag op het procesrecht. De paus zal proberen om zijn gezantenen alleen op pad te sturen. De IUDICES DELEGATI, de rondreizende rechters die zonder de keizerlijke tussenkomst redeneren. Zij kennen een steeds groeiend succes, en zij zullen permanent op vaste plaatsen recht spreken, en zo is de eerste stad met een kerkelijke rechtbank de stad Reims. Later komen daar Atrecht en Parijs bij. De Duitse vorsten gaan er echter steeds meer tegenin.
Desondanks zal het vertrouwen in deze rechtbanken steeds meer groeien, en al vanaf 1200 kennen zij een groot succes dankzij de goede Romeinsrechtelijke procedure (in tegenstelling tot de procedures in het feodale Europa). De feodale vorsten zien hun rechtelijke macht steeds meer uitgehold worden, en zij beseffen al snel dat de procedure van de officialiteiten over te nemen de enige manier om weerwerk te bieden.
Vanaf de 14de eeuw bewerkt men ook de procedure in Bologna waar mensen zich meer en meer toespitsen op de processen. De mensen aan de universiteit werden geïnspireerd door de Codex Iuris van Justinianus. Daardoor vervaagd het onderscheid tussen materieel en procesrecht. Later zal het procesrecht hier terug uit gedestilleerd worden. Enkele belangrijke processualisten waren Bulgarus, Bassianus,…
Samenvatting; De kerk zet het Romeins recht door om processen te voeren. De universiteiten gaan de procedure van de oudheid grondig bestuderen en er procesrecht uit destilleren. Dit onder invloed van de iuris delegati en de officialiteiten.
Elementen uit de procedure:
Dagvaarding
Rechtsgrond moet hier duidelijk in vermeld staan, het conflict moet voor de rechtszaak vastgesteld worden, zoniet à onontvankelijk. Dit is ingevoerd om het recht van verdediging te respecteren. In de Middeleeuwen ontstaat er de discussie over welke gegevens er nu juist moeten instaan, of ze deel uit maken van de privé-sfeer of van de rechtsgrond.
Discussie
Tussen de 2 partijen.
Litis contestatio
Rechtsmiddelen
Typisch kerkrechtelijke uit de middeleeuwen is dat men nu gaat redeneren in middelen. De middelen van de eiser en de verweerder worden apart behandeld en men moet per middel bewijs voeren, argumenteren,… Men kan ook per middel beroep voeren. Dit gebruik is gebaseerd op de Griekse codex die per middel was opgesteld. De legisten waren tegen dit gebruik, omdat dat het verloop van het proces te zeer zou storen.
Bewijs:
Dit was het belangrijkste element dat tot het succes van deze procedure, evenals het hoger beroep.
Oordeel;
De rechter oordeelt uit persoonlijke overtuiging. De rechter moet wel een professionele rechter zijn, hij moet rechten gestudeerd hebben. Het persoonlijk oordeel moet gegrond zijn op een aantaal juridische procedureregels. Zo mogen de feiten niet zomaar persoonlijk geïnterpreteerd worden.