De matigende functie van de goede trouw
Door de matigende functie is het een contractspartij verboden misbruik te maken van de rechten die zij door de overeenkomst krijgt.
De matigende functie (en haar criteria) vertonen veel gelijkenis met de theorie van het rechtsmisbruik. Ook hier zijn de criteria:
- je mag je recht niet gebruiken met geen ander doel dan om de andere partij te benadelen
- je mag je recht niet gebruiken als je het behaalde voordeel ook op een manier kunt behalen die niet schadelijk is voor de tegenpartij
- je mag je recht niet gebruiken als het behaalde voordeel onevenredig is met het nadeel van de
tegenpartij
De partijen moeten tegenover elkaar dus een minimum van goede trouw in acht nemen. Als ze dat niet doen, dan mag de rechter de uitoefening van de rechten matigen, ze namelijk binnen de perken van de normale uitoefening brengen22 (eventueel met schadevergoeding). Merk op dat het geviseerde recht nog steeds blijft bestaan (daarom is het ook niet zo’n goed idee om van derogerende functie te spreken).