De heerlijkheden
- Binnen die regionale vorstendommen usurperen bepaalde heren een aantal rechten: ze slagen erin prerogatieven (een recht dat aan een bestuurder of autoriteit met uitsluiting van alle anderen, is opgedragen) naar zich toe te trekken.
Zo usurperen ze de lage (fonciere), middele (viscontiere) en soms zelfs hoge (capitale) justitierechten en leggen belastingen op ->op grond van aloude banrecht
- Leenstelsel: regelt verhouding tussen hele rijke en minder rijke vrije mannen
Heerlijk stelsel: regelt verhouding tussen een lokale machthebber en het gewone volk
- Heer heeft economische, bestuurlijke en rechtsprekende macht
- Voordeel: heer en onderdaan zien elkaar zeer frequent: geen kloof
- Nadeel: geen hogere gezagsinstanties die lokale machthebber kunnen terugfluiten als hij zijn boekje te buiten gaat ->onderworpen aan willekeur
- Immunitas: aanvankelijk niet meer dan vrijstelling van fiscale lasten +introïtus: Koninklijke ambtenaren worden verboden om in de immuniteitsgebieden hun opdrachten uit te voeren, tenzij met toestemming van de lokale immuniteitsheer
-> zijn in de loop der eeuwen nog aangevuld door bijkomende privileges
- Denombrementen: uitvoerige beschrijving van het leengoed, opgemaakt bij de verhandeling voor het leenhof