De drie kostbaarheden
Drievoudige toevlucht tot de drie Kostbaarheden: de Boeddha, zijn Leer (Dharma) en zijn gemeenschap (Samgha).
-de Boeddha: de historische Boeddha (Iyakyamuni) van de 6e EvC.
later ook de Boeddha als object van verering
-de Leer (Wet): woord van de historische Boeddha, zoals hij zei aan zijn lln.
later ook het geheel van boeddhistische geschriften die de Canon uitmaakten.
-de Gemeenschap: de volgelingen van Boeddha, orde van monniken en nonnen.
later ook de lekengemeenschap, economische ondersteuning voor de monniken.
a) De historische Boeddha
- geboren in Nepal als zoon van een koning in het voorgebergte van de Himalaya’s rond 563vC. behoorde tot klasse van krijgers. oorspronkelijke naam? bekendste: Siddhartha Gautama. (mythologie: p.5-7)
-over biografie weinig duidelijkheid: niet alleen vaag opgetekend, ook omdat hij stichter religie is: symbolische waarde boven feitelijke waarheid. Pas in 2e EnC. eerste volledige biografie. Kunst belangrijke bron van informatie (vb. sutra van oorzaak en gevolg)
- ‘Discours dat het Wiel van de Dharma in beweging zet’ handelt over kern Bdh. leer en wordt samengevat als ‘de leer van de 4 Edele Waarheden en het niet-zelf’.
1) diagnose: ALLES IS LIJDEN
2) oorzaak van het lijden: VERLANGEN of DORST
3) Beëindigen van het lijden is mogelijk door UITSCHAKELEN DORST
4) Therapie: de BOEDDHISTISCHE PRAKTIJK nl. het ‘Achtvoudige edele pad’.
Boeddha als geneesheer maar uiteindelijke genezing ligt in handen van de patiënt.
- Zijn vijf gezellen worden eerste volgelingen: ontstaan van ‘de Orde’ (samgha). Oorspronkelijk een groep rondtrekkende monniken die in ruil voor levensonderhoud dharma onderrichten. Later kloosters met orderegel (vinaya).
- Belangrijkste elementen uit de laatste toespraak van de Boeddha:
-samenvatting belangrijkste punten van zijn leer
-weigering om opvolger als leider van de gemeenschap aan te duiden
-bevestiging van de Leer als enige en hoogste autoriteit. (Buddha = Dharma)
-Na zijn dood gecremeerd en asse verdeeld over 8 stüpas. Vorm ervan door Boeddha zelf aangegeven door opgevouwen kleed en omgekeerde bedelkom. Later evolutie tot pagode.
b) dharma
- etymologisch: verwant aan Latijnse ‘firmus’: stevig, onwankelbaar. de Wet, de Leer als leidraad voor de boeddhistische gemeenschap.
- gericht op verlossing (moka) uit de kringloop van het bestaan (samsāra). Als het lukt, bereikt men het nirvāna, een toestand van eeuwige rust.
- kern van de leer wordt in twee klassieke versies overgeleverd:
-de leer van de 4 Edele Waarheden
-de Leer van Onderlinge Afhankelijkheid
de Vier Edele Waarheden
1. ALLES IS LIJDEN
-fysisch lijden: koude, honger etc.
-mentaal lijden: onbereikbaarheid van een doel, gescheiden zijn van het geliefde etc.
-fenomenologisch lijden: veroorzaakt door gehechtheid en eeuwige hergeboorte in de kringloop van het bestaan.
hergeboorte en Karma: het boeddhisme stelt dat intentionele daden een bepaalde onmiddellijke of toekomstige werking hebben die aan de grond ligt van één of van een hele reeks gebeurtenissen. Ze brengen een soort krachtveld teweeg dat blijft bestaan. Deze daden en hun resultaat is wat men (heilzaam of onheilzaam) karma noemt. Karma is wat na onze dood overblijft en overgaat in een volgend leven. Het heeft dus niks te maken met transmigratie van een ziel, maar wordt gezien als de verbinden van het krachtveld dat karma is met materie.
de 5 (6) bestaanswijzen (gati, dō of shu): bevinden zich allemaal in de Wereld van het Verlangen. Hemeling, Mens (heilzame), Dier, Hongerige Geest en Hellewezen (onheilzame), (Titanen). Waar men hergeboren wordt, hangt af van hoeveelheid (on)heilzaam karma verzameld tijdens een leven.
-Hemelingen en Asura wonen op de Meruberg en leven verschillende 100.000en jaren.
-De hel ligt onder het eiland waarop wij wonen. Hellewezens leven nog langer dan Hemelingen.
-Hongerige Geest (gaki) waren in vorig leven vrekkig en enkel belust op eigen profijt. In de Brahmaanse traditie zijn preta overledenen die na hun dood nog op weg zijn naar hun volgende bestemming, de Wereld van de Maan. Er moeten gepaste begrafenisrituelen en offergaven voor worden gegeven.
alles is vergankelijk: Kenmerk van ons bestaan en oorzaak tot lijden is de vergankelijkheid van ons bestaan en onze onwil om dit te aanvaarden. Alles bevindt zich echter in een constante flux, tijd en verandering zijn beiden illusies.
nb. in Japan werd het weemoedig mijmeren bij de vergankelijkheid verheven tot een estethisch ideaal.
er is geen ziel of ego: het boeddhisme erkent geen metafysisch ik en geen wereldziel. Het ‘ik’ is moreel neutraal en heeft daardoor geen impact. De mens bestaat uit 5 aggregaten die samen lichaam en geest uitmaken:
-vorm: lichaam, fysiek aspect
-gewaarwordingen: mentale en fysieke; dmv onze zintuigen
-voorstellingen: opnemen en verwerken (conceptualiseren) van indrukken
-vormende krachten: mentale werking (oa aandacht, wilgerichtheid, concentratie etc)
-bewustzijn: analyse, oordeel, erkenning
2. DE LEER VAN ONDERLINGE AFHANKELIJKHEID
Het verlangen houdt mens in kringloop van hergeboorte. Drie soorten verlangens, die aan de grond liggen van gehechtheid en bezoedelingen.
-verlangen naar zinnelijk genot
-verlangen naar het eeuwige bestaan
-verlangen naar het niet-bestaan
Drie voornaamste bezoedelingen, de zogenaamde ‘3 giffen’: onwetendheid, begeerte en vijandigheid.
Leer van onderlinge afhankelijkheid, of leer van oorzaak en gevolg: reeks van 12 schakels van oorzakelijkheid die de bdh visie op het bestaan of het proces van karma en hergeboorte weergeeft. De eerste schakel is de onwetendheid, met name de onwetendheid over de ware natuur van de werkelijkheid, die vergankelijk is en wars van elk permanent ego.
in de kunst voorgesteld door ‘Rad van Bestaan’:
-buitenste cirkel: twaalf schakels van oorzakelijkheid
-drie dieren in het midden: varken (dwaas), haan (begeerte) en slang (woede)
-tweede cirkel: uitbeelding van gunstig en ongunstig karma
-binnenste cirkel: verschillende werelden voor hergeboorte.
3. EINDE VAN HET LIJDEN: NIRVANA
Wie verlangens opzij kan schuiven, bereikt volkomen rust, het nirvāna. Wie tijdens zijn leven nirvāna bereikt, wordt niet meer hergeboren (geen opstapeling karma meer). De toestand van de Boeddha na zijn dood is parinirvāna. Deze (enge) betekenis van nirvāna werd later uitgebreid oiv Mahāyānabdh.
4.DE WEG TOT NIRVANA: DE RELIGIEUZE PRAKTIJK VAN HET 8VOUDIGE PAD
Staat in principe zowel open voor religieuzen als leken, maar de volledige therapie ligt enkel in het bereik van asceten.
3voudige praktijk en het 8voudige pad:
1. zich toeleggen op de analytische kennis van de 4 edele waarheden
(1. juiste inzicht, 2. juiste besluitvorming)
2. zich toeleggen op moreel gedrag
(3. juiste woorden (niet liegen etc), 4. juiste daden (gn diefstal etc) 5. juiste leven
(zich weerhouden van afgunst etc)
3. zich toeleggen op mentale discipline
(7. juiste bedachtzaamheid (geestestoestand), 8. juiste concentratie op 1 punt)
6. geldt voor alledrie: juiste krachtdadigheid/streven (cultiveren en bewaren van goede gedachten)
Meestal verschillende hergeboortes nodig voor men uiteindelijk nirvāna bereikt. Afbouw van kettingen van karma: toename heilzaam karma. Het laatste stadium: arhat, iemand die het inzicht zal bereiken en boeddha worden.
Vijf stadia op de weg naar de verlichting:
- toehoorder
- diegene die nog slechts éénmaal terugkeert
- diegene die niet meer terugkeert: wordt in godenwereld herboren en bereikt van daaruit het nirvana
- arhat: de verdienstvolle, de volmaakte: bereikt nirvāna in huidig leven
- boeddha: de ontwaakte
nb. in het Mahāyānabdh. maakt het arhat-ideaal plaats voor het bodhissatva-ideaal.
c) Samgha
Kloostergemeenschap die bestaat uit gewijden, novicen en een lekengemeenschap.
Oorspronkelijk dus rondtrekkende bedelmonniken olv een guru. In juli-okt (regenseizoen) zochten ze onderkomen in de buurt van een dorp (voedsel).
Er werd ook een nonnenorde opgezet. Zij waren ondergeschikt aan de monniken. Er was echter geen beperking ivm kasteonderscheid.
Aangezien monniken leken moesten onderrichten, ontstond er mettertijd een lekendharma. Theoretisch konden ook zij boeddhaschap verwerven, maar gewoonlijk enkel monnik/non.
De belangrijkste lln van Boeddha: brahmanen
-Iariputra
-Maudgalyāyana
-Mahākasyapa of Pippali: leider samgha, patriarch van Theravāda.
-Ananda, kozijn Boeddha en Upāli
-Devadatta: intrige en schisma
wijding
- Jongens vanaf acht jaar kunnen w opgenomen in een shukke als novice. Ze krijgen een Vinaya leraar en een dharma leraar. Ze nemen direvoudige toevlucht en krijgen onderricht in de 10 verbodsbepalingen tg. doden stelen, seksuele betrekkingen, liegen, alcohol etc.
Op hun 20 jaar kunnen ze w gewijd tot monnik, in het bijzijn van min. 10 monniken.
- Vrouwen jonger dan 20 of langer getrouwd dan 12 jaar worden 2 jaar leek voor ze novice w. Ze moeten zich slechts ad eerste 6 verboden houden. Wijding in bijzijn groep nonnen en bevestiging door groep monniken.
-Nonnen en monniken (tov leken) houden zich bezig met bereiken van nirvāna, leggen zich volledig toe op volgen van 8voudige pad. Ook onderworpen aan vinaya vd gemeenschap. Ze kleden zich in aardekleurig gewaad. Op volle en nieuwe maan vastendag en biecht.
leken
-Geen wijdings- of overgangsritueel. Wel mogelijk tot nemen 3voudige toevlucht. Hij belooft de eerste vijf regels te eren en zich te cultiveren in de 5 (6) vervolmakingen.
-de vijf regels: tg. doden, stelen, overspel, liegen, alcoholde zes vervolmakingen: geloof, morele discipline, vrijgevigheid, kennis vd leer, duldzaamheid, concentratie