Conventionele subrogatie
Art. 1250 B.W. maakt een onderscheid naargelang het initiatief uitgaat van de schuldeiser of de
schuldenaar.
- Subrogatie op initiatief van de schuldeiser313. De voorwaarden zijn:
- de subrogatie moet contractueel worden overeengekomen op het moment van betaling
- de schuldeiser moet uitdrukkelijk (niet stilzwijgend) instemmen, al is hier geen vormvereiste
- de toestemming van de schuldenaar is niet nodig; ook Art. 1690 (tegenwerpelijkheid van overgedragen schuldvorderingen) is hier niet van toepassing, al zal de derde-betaler de schuldenaar wel moeten verwittigen wil hij vermijden dat er aan de oorspronkelijke schuldeiser wordt betaald
- Subrogatie op initiatief van de schuldenaar314. De voorwaarden is wel dat de kwijting van de schuldeiser én de overeenkomst tussen schuldenaar en derde voor de notaris worden verleden. De toestemming van de schuldeiser is dus niet nodig; hij moet enkel zorgen voor de kwijting. Als hij die weigert, kan de gekende procedure van gerede betaling en consignatie worden gevolgd.