Contextuele factoren: impliciete persoonlijkheidstheorie en primauteitseffect
- Impact van trekinformatie op impressievorming ook bepaald door contextuele factoren:
o De impliciete persoonlijkheidstheorieën
o Het primauteitseffect
- Impliciete persoonlijkheidstheorie = een netwerk van assumpties29 over verbanden tussen
trekken en gedragingen
o Vb. O.J. Simpson (sportverslaggever, Football-ster, vader van vier kinderen, acteur)
iedereen verbaast
o Aanwezigheid van één karaktertrek impliceert andere trekken (Asch, zie verder)
o Centrale trekken = trekken die een sterke invloed uitoefenen op algemene impressies
perifere trekken
Onderzoek (Asch): reeks karaktertrekken over persoon
Hartelijk vervangen door koel groot effect hartelijk en koel centrale trekken
Beleefd vervangen door lomp kleiner effect
Onderzoek: op voorhand zeggen hoe een docent is manipuleert beoordeling
- Primauteitseffect = de bevinding dat informatie die het eerst in een reeks voorkomt, meer
impact heeft op impressies dan later gepresenteerde informatie
o ‘Eerste indruk van cruciaal belang’
o Twee belangrijke verklaringen
Aandacht verzwakt naarmate men meer informatie krijgt
Onderzoek: studenten trekken na 2u examen overhaaste conclusies Individuele verschillen in behoefte aan afsluiting
Behoefte aan afsluiting = het verlangen om de cognitieve onzekerheid te verminderen, waardoor het belang van eerste indrukken wordt verhoogd Laag rationele en geduldigere mensen, minder onmiddellijk vastomlijnd oordeel
Betekenisveranderingshypothese
Zodra impressie gevormd, nieuwe informatie wordt op basis van initiële impressie geïnterpreteerd
Onderzoek: kalm na vriendelijk wordt als zachtaardig, rustig en sereen
geïnterpreteerd
kalm na wreed wordt als koel, sluw en berekend geïnterpreteerd
Men is creatief in het transformeren van contradicties
Meer voorbeelden:
Goed en dief Robin Hood-type
Fierheid zelfrespect / verwaand
Kritisch scherpzinnig / pietluttig
Impulsief spontaan / roekeloos