Auguste Comte (1798 – 1857)
‘vader’ van de sociologie
- wees op de noodzaak voor de ontwikkeling van een zelfstandige maatschappijwetenschap, die zou moeten zorgen voor orde in een periode van chaos
- synthese gemaakt van al wat tot dan toe was geschreven omtrent de organisatie van de maatschappij
Þ bakende het terrein af van de nieuwe discipline af (voor de eerste 50 jaar van haar bestaan) en gaf haar de naam sociologie mee
1. sociologie: een noodzaak
“Cours de philosophie positive”
- introductie van de stelling dat de tijd rijp was om een zuivere wetenschap te ontwikkelen omtrent de sociale aspecten van het menselijk gedrag
- classificatie van de wetenschappen
> wet der 3 stadia
- theologisch stadium: denken heeft een overwegend irrationeel en subjectief karakter (geloof in bovennatuurlijke krachten & tussenkomst van goden)
- metafysisch stadium: verklaringen kunnen nog steeds niet getest worden omdat ze geen basis hebben in de werkelijkheid (abstracte principes & natuur)
- positief stadium: men komt tot verklaringen d.m.v. de zuivere rede, verschijnselen worden verklaard via andere verschijnselen die geobserveerd kunnen worden
overgang van het ene stadium naar het andere gaat niet gelijktijdig voor alle wetenschappen (hoe concreter het onderwerp van de discipline, hoe vlugger de overgang)
- hiërarchische rangorde van wetenschappen
- geheel van op elkaar voortbouwende wetenschappen met wiskunde als basis van sociologie als sluitstuk/bekroning
(wiskunde – sterrenkunde – natuurkunde – scheikunde – biologie – sociologie)
- sociologie is toepasbare wetenschap die een bijdrage zou kunnen leveren tot de reorganisatie van de maatschappij en aldus een einde maken aan de crisistoestanden
- sociologie moet zich bezighouden met het observeren, analyseren en vergelijken van sociale fenomenen en met het ontdekken van wetten die de relaties tussen deze fenomenen bepalen
2. theorie van de sociale verandering
ontwikkeling van de maatschappij is afhankelijk van de manier waarop de dominerende groepen de maatschappelijke werkelijkheid zien
- intellectuele hervormingen zijn de basis voor sociale hervormingen
- industriële maatschappij als einde van de evolutie
= maatschappelijke orde beheerst door zuiver wetenschappelijke (positieve) ideeën
- wetenschappelijke organisatie van de overheid
- sterke centralisatie
- sociale stratificatie gebaseerd op de talenten en verdiensten van de leden van de maatschappij
3. sociologie: het programma
inzicht verwerven in het maatschappelijk leven
> maatschappelijke orde/structuur of sociale statica
= studie van de bestaansvoorwaarden van de maatschappij, analyse van bepaalde elementen die op een gegeven ogenblik van een gewone verzameling individuen en sociale eenheden een collectiviteit maken
- ‘consensus universalis’: sociale harmonie en algemene samenhang tussen alle gelijktijdige verschijnselen als basis voor de maatschappelijke integratie
- systeem van interdependentie: tussen alle deelaspecten van de sociale eenheid en de gehele sociale eenheid bestaat een harmonieus verband, elk afzonderlijk sociaal fenomeen wordt mede bepaald door de andere sociale fenomenen en door het geheel, door de maatschappelijke context
> sociale veranderingsprocessen of sociale dynamica
= studie van de opeenvolgende en noodzakelijke ontwikkelingsstadia die een maatschappij doorloopt
- ontwikkeling van de geest als dé determinant van de maatschappelijke vooruitgang
- snelheid van de vooruitgang is afhankelijk van de bevolkingstoename
(Þ grotere competitie & arbeidsspecialisatie)
- richting van de evolutie is onveranderlijk en verloopt uitsluitend volgens de wet der 3 stadia
4. het dispuut met Adolphe Quetelet (1796 – 1874)
- “physique sociale” wordt “sociologie” door weigering door Comte om wiskunde en kwantitatieve analyses te gebruiken in zijn sociologische onderzoeken
- betekenis van Quetelet op wetenschappelijk vlak
- maakte van de statistiek een meettechniek door toepassing van de probabiliteitsleer
Þ hulpdiscipline ten behoeve van de data – analyse bij de wetenschapsbeoefening
- bijdrage tot de ontwikkeling van de sociologie als empirische wetenschap
- sociale leven verloopt volgens vaste wetten, die men kan ontdekken d.m.v. de sociale statistiek
- door de mens op grote schaal te bestuderen, kan men komen tot de ontdekking van vaste patronen in de maatschappelijke werkelijkheid
- binnen een gegeven gemeenschap verlopen zowel handelingen die het gevolg zijn van het bewuste optreden als handelingen waarbij de wil van de mens geen rol speelt, volgens een vaste regelmaat
- sociale leven verloopt volgens vaste wetten, die men kan ontdekken d.m.v. de sociale statistiek
Þ externe maatschappelijke structuren maken het gedrag van de leden min of meer voorspelbaar
- bijdrage i.v.m. de zgn. ‘homme moyen’
- meeste mensen benaderen het gemiddelde voor wat hun fysische, attitudinale, morele, mentale en persoonlijkheidskenmerken betreft
> grafische voorstellingen van de frequentieverdelingen nemen steevast de vorm aan van een klokvormige curve, waarbij de afwijkingen van het gemiddelde symmetrisch staan tegenover dat gemiddelde
- verwerven van inzicht in de aard van de maatschappij & de sociale evolutie
5. Besluit
Comtes bijdrage heeft een primordiale rol vervuld bij het van de grond komen van de sociologie
- verdere uitwerking en synthetisering van de bijdragen van andere pre – sociologen
- eerste voorstel voor een wetenschappelijke sociologie
- blijvende waarde van zijn theorie van de sociale verandering en onderlinge samenhang van alle sociale elementen