Anomietheorie: bijdrage van Merton
Onderscheid 2 universeel voorkomende elementen:
- culturele doelstellingen (of waarden): behoeften en aspiraties die men opbouwt/verwerft via cultureel systeem worden via het culturele systeem waartoe men behoort..
- normen: die voorschrijven hoe de leden van een gemeenschap op legitieme wijze doelstellingen verwezenlijken.
=> verdeling van faciliteiten waarlang (culturele) doelstellingen verwezenlijkt kunnen worden
OPM: onder bepaalde omstandigheden kan er een breuk ontstaan tussen de culturele doelstellingen en de geïndustrialiseerde middelen.
ANOMIE = scheiding “(culturele) doelstellingen – middelen” => spanningen in de maatschappij, die leiden tot een situatie waarbij verbondenheid van bepaalde categorieën zullen afzwakken.
Deviantie is resultante van discrepantie ‘doelstellingen en middelen’ die de gemeenschap biedt om doelstellingen te verwezenlijken.
voorbeeld: The American Dream: geïnstitutionaliseerde middelen om dit doel te bereiken =
hard werken en vlijt, maar de middelen zijn niet egaal verspreid, zo mogen arbeiders uit de lage klasse nog zo hard werken, ze zullen nooit succes kennen, wel hebben ze de waarde geïnternaliseerd, dus moeten ze zich wel op 1 of andere manier aanpassen; de meesten zullen normaal verder werken,
=> nog anderen zullen naar de niet-geïnstitutionaliseerde middelen grijpen om die waarde te verwerven (tenzij ze de waarde opgeven)
=> afwijkend gedrag = aanpassingswijze aan een toestand van anomie.
=> afwijkend gedrag heeft verband met de sociale positie:
- innovation: vooral bij lagere klassen
- ritualism vooral bij lagere middenklasse
=> verklaring: ligt in de wijze waarop leden van sociale klassen als kind werden gesocialiseerd, al dan niet nadruk reglementgerichtheid: zoals bij middenklasse,
bij lagere klasse niet, zo voelt men zich minder schuldig bij afwijkend gedrag
DUS: de waarde van een sociale klasse hebben een kanaliserend effect, ze beperken de keuze over afwijken gedrag.
Kritieken:
(1) teveel vereenvoudiging van de werkelijkheid, niet alle vormen van afwijkend gedrag kunnen in zijn theorie ondergebracht worden. (seksueel misdrijf)
(2) definieert afwijkend gedrag teveel vanuit persoonlijk gezichtspunt (ritualisme is niet afwijken in bepaalde vormen)
(3) Niet-geïnstitutionaliseerde middelen (zoals stelen) zijn vrij beschikbaar?? Veel vormen van misdaden moeten aangeleerd worden en niet iedereen krijgt toegang tot delinquente subculturen
Positief:
(1) bruikbaar model: leidt tot toetsbare hypotheses
predictieve waarde: toelaten bepaalde voorspellingen te maken over graad en vrom van afwijkend gedrag binnen een maatschappij.